1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Eén van de boeken die mij het meest heeft aangesproken was Schijnbewegingen, van Floortje Zwigtman. Ondanks de dikte was het echt een plezier om te lezen, ik heb er van genoten en heb ook meteen de hele serie gelezen, een teken dat ik het dus best wel goed vond. Ik vond dit vooral een goed boek omdat het veel taboe's doorbrak. De homocultuur in Victoriaans Engeland wordt er uitvoerig in besproken, er zitten seks-scenes in, je ziet delen van het prostitué-leven, het verhaal is erg schokkend en door Zwigtmans manier van schrijven (ruw, grof, redelijk down-to-earth) is het toch heel fijn om te lezen. Schijnbewegingen, en de hele serie eigenlijk, heeft alles wat ik van een boek kan wensen: Victoriaans Londen, homoseksuele relaties en seks met goede plottwists en ronde persoonlijkheden. Ook heeft het boek de aanleiding gegeven voor het onderwerp van mijn PWS, omdat ik door het boek erg nieuwsgierig raakte naar Oscar Wilde.
2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?
Ik denk dat vooral de lessen over stromingen erg belangrijk waren, omdat ik daar echt veel geleerd heb over bepaalde stromingen. Ik wist er meestal al wel wat over door bijvoorbeeld geschiedenis, of Duits, omdat we daar ook die bepaalde stroming hadden, maar bij de Nederlands les ging je er altijd best wel diep op in, en daardoor kon ik het denk ik het beste begrijpen. Ook de poëzielessen vond ik best belangrijk, vooral omdat ik door die lessen echt plezier heb gekregen in het lezen van Nederlandse poëzie.
3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weestand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Specht en Zoon was één van de vreemdste boeken die ik ooit gelezen heb, en ik vond het eigenlijk zo raar (de vreemde fixatie op de penis van een vroegere schoolgenoot, het vertelperspectief uit een schildersdoek) dat het ook niet meer prettig was om te lezen, wat best jammer was, omdat het verhaal zelf best goed was. Ook heb ik absoluut geen plezier gehad met het lezen van Bezonken Rood. Überhaupt vond ik het hele onderwerp al niets, het was gruwelijk, de schrijfstijl was afschrikwekkend en ik kon me gewoon niet identificeren met de hoofdpersoon, op geen enkel niveau, één van de dingen die voor mij echt belangrijk zijn om van een boek te kunnen genieten. Ook de Max Havelaar was geen pretje om doorheen te komen. Het was zo ongelooflijk langdradig, als ik nog één keer 'makelaar in koffie zie' word ik gek en sowieso heb ik weinig met boeken die gaan over andere culturen, zoals in Nederlands-Indië, of de Arabische cultuurboeken die nu een beetje de hype zijn. Ze trekken me gewoon niet, dus dat was zeker ook een minpunt.
4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Ik was altijd al een best wel fanatieke lezer, en dat is zeker gebleven. Door de jaren heen heb ik echter mijn 'lezershorizon' zeer zeker uitgebreid, ik ben een stuk meer genres gaan lezen, vroeger las ik meer fantasy maar omdat je dat in de nederlandse literatuur heel weinig hebt, moest ik wel wat anders doen, en dat was zeer zeker niet slecht voor me. Alhoewel ik nog steeds geen grote fan ben van nederlandse literatuur, staan er wel veel boeken op mijn lijst waar ik echt heel erg van genoten heb, en dat is goed om te zien.
5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Ik was in mijn eerdere opdrachten niet altijd erg uitgebreid, en dat is wel jammer, ik was vaak kortaf waar ik dieper op dingen in had kunnen gaan. Ik vond de verwerkingsopdrachten altijd best wel fijn om te doen, omdat je naarmate je eraan werkte soms veel meer van een boek snapte dan de eerste keer dat je het las. Ook de creatievere opdrachten waren heel leuk, misschien was je dan minder bezig met literatuur maar er zat altijd wel iets in, en het was een leuke afwisseling tussen alle serieuzere verslagen door.
6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Ik blijf sowieso lezen, dat staat vast. Waarschijnlijk zal nederlandse literatuur wat naar achter worden geschoven om plaats te maken voor mijn meer engelse interesses, maar ik denk niet dat de lessen die ik geleerd heb ooit helemaal zullen verschijnen. Sowieso zal ik literatuur kunnen gebruiken bij de studie die ik wil gaan doen, Taalwetenschappen, want in de literatuur kan je vaak ook heel goed zien hoe een taal is ontwikkeld.
7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
Het beter organiseren van het web-gedeelte van de lessen. De verschillende docenten van de klassen zaten vaak niet op één lijn wat deadlines, maatregelen en methodes betreft, en dat was altijd best wel vervelend, vooral als je iets wilde bespreken met iemand uit een andere klas.
Lily's Leesdossier
maandag 10 februari 2014
donderdag 6 februari 2014
De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel
De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel, door Nescio
1. Algemene informatie
Standaardtitelbeschrijving
Nescio, De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel
Amsterdam, 1933, 33ste druk
151 pagina's
Waarschijnlijk is dit verhaal een terugblik van Nescio zelf op zijn verleden.
Als Koekebakker na een paar jaar weer terug in Amsterdam komt merkt hij hoe erg alles is veranderd. Ploeger is met de noorderzon vertrokken. Hoyer verdient goed geld met het schilderen van portretten van rijke lui en is erg netjes en bekakt geworden. Ditzelfde geld voor Bekker. Hoyer is gek geworden en zit in een gesticht. Koekebakker komt erachter dat hij zelf een wijs en bedaard man is geworden.
Een kenmerk van deze stroming die voorkomt in dit boek is bijvoorbeeld kritiek op de maatschappij. Alle verhalen gaan over bijzondere types die niet helemaal passen in de maatschappij en in 'Titaantjes' komen de hoofdpersonen zelfs in opstand tegen de maatschappij, een duidelijk kenmerk van de neoromantiek.
In De Uitvreter zit een ander duidelijk ken merk van de Neoromantiek: Zelfmoord, een vorm van escapisme. Ook de reis naar Afrika past mooi in deze stroming, omdat hierin vaak interesse is voor vreemde culturen en verre landen.
Verder staat in alle verhalen gevoel erg centraal.
1. Algemene informatie
Standaardtitelbeschrijving
Nescio, De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel
Amsterdam, 1933, 33ste druk
151 pagina's
Genre
Neoromantiek
Samenvatting
De Uitvreter
In dit verhaal vertelt Koekebakker aan de lezer het verhaal van Japi. Eerst waren alleen Hoyer en Bavink Koekebakkers vrienden totdat Bavink met Japi komt aanzetten. Japi is een flierefluiter. Hij geniet van het leven en gebruikt zijn vrienden daarbij. Zo nodigt hij zichzelf uit bij hen, hij gaat bijvoorbeeld bij Koekebakker eten en slapen en rookt zonder schuldgevoel zo al zijn sigaren op(blz. 28) terwijl ze allemaal toch arm zijn. Japi leeft met de dag. Als hij iets moois ziet, zoals een zonsondergang, weet hij na jaren nog waar dat was en hoe die en die boom toen stond. Ook kon hij uren in het water zitten kijken samen met Koekebakker. Opeens verandert Japi helemaal. Hij begint zijn Jeanette te zwijmelen, en gaat werken. Hij reist naar Friesland en zelfs naar Afrika. Het doet hem geen goed. Hij komt terug naar Amsterdam en gaat weer in de rivier staan staren. Op een dag krijgt Koekebakker een kaartje van Japi. Daarop staat dat Jeanne is gestorven aan een borstkwaal. Daar had Japi op gewacht. Op een zomermorgen, toen de zon prachtig opkwam, is hij van de Waalbrug gesprongen en heeft vredig een eind aan zijn leven gemaakt.Waarschijnlijk is dit verhaal een terugblik van Nescio zelf op zijn verleden.
Titaantjes
Koekebakker waar dit verhaal weer over gaat en zijn vrienden komen in opstand tegen de maatschappij.Ook in dit verhaal wordt het verhaal verteld vanuit Koekebakker en ook nu komen Bavink en Hoyer voor in het verhaal. Koekebakker kijkt terug op zijn zorgeloze leventje van lang geleden: heele nachten konden ze zn viijven namelijk Bekker, Bavink, Hoyer, Ploeger en Koekebakker zelf over nix en alles praten. Ook zaten ze naar de sterren te kijken op het trottoir en praaten dan over hoe ze de wereld zouden verbeteren.Als Koekebakker na een paar jaar weer terug in Amsterdam komt merkt hij hoe erg alles is veranderd. Ploeger is met de noorderzon vertrokken. Hoyer verdient goed geld met het schilderen van portretten van rijke lui en is erg netjes en bekakt geworden. Ditzelfde geld voor Bekker. Hoyer is gek geworden en zit in een gesticht. Koekebakker komt erachter dat hij zelf een wijs en bedaard man is geworden.
Dichtertje
Dit verhaal heeft niets met de vorige verhalen te maken, behalve dat het zich in Amsterdam afspeelt. Het gaat over een dichtertje. Hij heeft een lief, jong, levendig, natuurlijk vrouwtje maar toch is hij niet helemaal gelukkig. Zijn doel is heel beroemd worden en daarna ten onder gaan. Zijn vrouw flirt met andere mannen, en hijzelf gaat er met de zus van zijn vrouw vandoor. Het dichtertje wordt gek en hij gaat dood. Maar zijn doel is bereikt.
Mene Tekel
Dit is een verzameling prozafragmenten, er worden herinneringen uit Nescio’s jeugd opgehaald.
2. Kenmerken stroming
In De Uitvreter zit een ander duidelijk ken merk van de Neoromantiek: Zelfmoord, een vorm van escapisme. Ook de reis naar Afrika past mooi in deze stroming, omdat hierin vaak interesse is voor vreemde culturen en verre landen.
Verder staat in alle verhalen gevoel erg centraal.
Stromingsboek 1950-1980: Oeroeg
Oeroeg, door Hella Haassen
1. Algemene informatie
Standaardtitelbeschrijving
Hella Haassen, Oeroeg
Uitgeverij Querido, 52e druk, eerste druk in 1948
128 pagina's.
Genre
Tendensroman
Samenvatting
Het verhaal gaat over de vriendschap tussen de ik'-figuur en Oeroeg. De ik'-figuur is een zoon van een Nederlandse planters familie die een onderneming beheerden in Kebon Djati diep in het bergland van de Preanger. Oeroeg is een echte inlandse jongen, zoon van Sidris en Deppoh die als mandoer werkte bij de onderneming. De jongens zijn ongeveer even oud en omdat de hoofdpersoon enigs kind is gaat hij veel met Oeroeg om. Het verhaal is een lange terugblik op dit samenzijn. Bij alles waar de ik'-figuur aan moet denken in zijn jeugd komt automatisch het beeld van zijn vriend Oeroeg boven. Ze waren onafscheidelijk.
De hoofdpersoon heeft weinig contacten met zijn ouders. Zijn moeder is ziekelijk en zijn vader is weinig thuis. Het is zijn vader een doorn in het oog dat zijn zoon zo slecht Nederlands spreekt. Meneer Bollinger wordt erbij gehaald, om hem beter Nederlands te leren. Oeroeg wordt hier van buitengesloten, maar hij mag wel staan te luisteren. Oeroeg blijkt hier al erg leergierig.
Tijdens een bezoek van gasten uit Batavia wordt er besloten om s avonds een bezoek te brengen naar Telaga Hideung, het Zwarte Meer, een meer waar over geheimzinnige verhalen de ronde doen. De hoofdpersoon gaat ook mee, net als de vader van Oeroeg. Men gebruikt een oud vlot om over het meer te varen. De groep is echter veel te wild, waardoor er een stuk van het vlot afbreekt. De hoofdpersoon valt eraf en in een poging om hem te redden verdrinkt Deppoh, die verstrikt raakt in de vele waterplanten.
Oeroeg mag mee naar de lagere school in Soekaboemi omdat zijn vader overleden is. Oeroeg's school bezoek maakt dat andere inlanders opmerkingen tegen hem gaan maken.
Na de scheiding van de ouders van de hoofdpersoon komt hij bij Lida in Soekaboemi wonen, die voor hem zorgt. Als deze hoort van Oeroeg en wat die voor hem betekent mag die ook bij haar komen. Lida is ongehuwd en beheert een pension. Oeroeg's vorderingen vallen haar op en zij vindt dat hij verder moet leren. Als de hoofdpersoon naar de HBS in Batavia gaat komt hij daar in een internaat. Lida verkoopt haar pension en begint een nieuwe in Batavia. Zij betaalt de kosten voor de MULO van Oeroeg. Zij hoopt dat hij later arts zal worden.
In Batavia groeien de jongens een beetje uit elkaar. Oeroeg krijgt een paar andere vrienden erbij, waardoor het op school minder met hem gaat. Op voorspraak van Lida mag hij ook op het internaat komen, waardoor er meer controle op hem is. Op het internaat zitten voornamelijk kinderen van Europese ouders en een enkele zoon van een inlandse regent. Oeroeg past hier niet tussen. Op de MULO heeft hij minder problemen: daar zitten vooral halfbloeden. Alleen de ik'-figuur gaat op voet van gelijkheid met Oeroeg om.
Na de MULO gaat Oeroeg inderdaad voor arts leren in Soerabaja, aanvankelijk met een beurs, maar later weer op kosten van Lida. In Soerabaja krijgt Oeroeg politieke interesses, waarna hij zich tegen de Nederlandse overheersing en het dom houden van de man in de dessa keert. Oeroeg, die nooit erg aardig voor Lida was geweest en altijd haar zorg voor gewoon had aangenomen, is nu trots op haar: ze werkt in een inlands ziekenhuis als verpleegster en leert Javaans.
De ik'-figuur gaat voor zijn ingenieursopleiding naar Delft, waar hij tijdens de tweede wereldoorlog studeert. Na zijn studie neemt hij een baan in zijn geboorteland en gaat terug. Dit gaat samen met het begin van de politionele acties. Tijdens een bezoek aan zijn geboortestreek komen alle herinneringen weer boven. Ook gaat hij naar dat geheimzinnige meer Telaga Hideung. Opeens staat er een inlandse strijder voor hem, waarin hij Oeroeg meent te herkennen. Het enige wat deze tot hem zegt is 'Ga weg, je hebt hier niets te zoeken'. Oeroeg verdwijnt en de ik'-figuur blijft met lege handen achter. Hij komt tot de conclusie dat Oeroeg net is als het meer: ‘ Ik kende hem als een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit.’
1. Algemene informatie
Standaardtitelbeschrijving
Hella Haassen, Oeroeg
Uitgeverij Querido, 52e druk, eerste druk in 1948
128 pagina's.
Genre
Tendensroman
Samenvatting
Het verhaal gaat over de vriendschap tussen de ik'-figuur en Oeroeg. De ik'-figuur is een zoon van een Nederlandse planters familie die een onderneming beheerden in Kebon Djati diep in het bergland van de Preanger. Oeroeg is een echte inlandse jongen, zoon van Sidris en Deppoh die als mandoer werkte bij de onderneming. De jongens zijn ongeveer even oud en omdat de hoofdpersoon enigs kind is gaat hij veel met Oeroeg om. Het verhaal is een lange terugblik op dit samenzijn. Bij alles waar de ik'-figuur aan moet denken in zijn jeugd komt automatisch het beeld van zijn vriend Oeroeg boven. Ze waren onafscheidelijk.
De hoofdpersoon heeft weinig contacten met zijn ouders. Zijn moeder is ziekelijk en zijn vader is weinig thuis. Het is zijn vader een doorn in het oog dat zijn zoon zo slecht Nederlands spreekt. Meneer Bollinger wordt erbij gehaald, om hem beter Nederlands te leren. Oeroeg wordt hier van buitengesloten, maar hij mag wel staan te luisteren. Oeroeg blijkt hier al erg leergierig.
Tijdens een bezoek van gasten uit Batavia wordt er besloten om s avonds een bezoek te brengen naar Telaga Hideung, het Zwarte Meer, een meer waar over geheimzinnige verhalen de ronde doen. De hoofdpersoon gaat ook mee, net als de vader van Oeroeg. Men gebruikt een oud vlot om over het meer te varen. De groep is echter veel te wild, waardoor er een stuk van het vlot afbreekt. De hoofdpersoon valt eraf en in een poging om hem te redden verdrinkt Deppoh, die verstrikt raakt in de vele waterplanten.
Oeroeg mag mee naar de lagere school in Soekaboemi omdat zijn vader overleden is. Oeroeg's school bezoek maakt dat andere inlanders opmerkingen tegen hem gaan maken.
Na de scheiding van de ouders van de hoofdpersoon komt hij bij Lida in Soekaboemi wonen, die voor hem zorgt. Als deze hoort van Oeroeg en wat die voor hem betekent mag die ook bij haar komen. Lida is ongehuwd en beheert een pension. Oeroeg's vorderingen vallen haar op en zij vindt dat hij verder moet leren. Als de hoofdpersoon naar de HBS in Batavia gaat komt hij daar in een internaat. Lida verkoopt haar pension en begint een nieuwe in Batavia. Zij betaalt de kosten voor de MULO van Oeroeg. Zij hoopt dat hij later arts zal worden.
In Batavia groeien de jongens een beetje uit elkaar. Oeroeg krijgt een paar andere vrienden erbij, waardoor het op school minder met hem gaat. Op voorspraak van Lida mag hij ook op het internaat komen, waardoor er meer controle op hem is. Op het internaat zitten voornamelijk kinderen van Europese ouders en een enkele zoon van een inlandse regent. Oeroeg past hier niet tussen. Op de MULO heeft hij minder problemen: daar zitten vooral halfbloeden. Alleen de ik'-figuur gaat op voet van gelijkheid met Oeroeg om.
Na de MULO gaat Oeroeg inderdaad voor arts leren in Soerabaja, aanvankelijk met een beurs, maar later weer op kosten van Lida. In Soerabaja krijgt Oeroeg politieke interesses, waarna hij zich tegen de Nederlandse overheersing en het dom houden van de man in de dessa keert. Oeroeg, die nooit erg aardig voor Lida was geweest en altijd haar zorg voor gewoon had aangenomen, is nu trots op haar: ze werkt in een inlands ziekenhuis als verpleegster en leert Javaans.
De ik'-figuur gaat voor zijn ingenieursopleiding naar Delft, waar hij tijdens de tweede wereldoorlog studeert. Na zijn studie neemt hij een baan in zijn geboorteland en gaat terug. Dit gaat samen met het begin van de politionele acties. Tijdens een bezoek aan zijn geboortestreek komen alle herinneringen weer boven. Ook gaat hij naar dat geheimzinnige meer Telaga Hideung. Opeens staat er een inlandse strijder voor hem, waarin hij Oeroeg meent te herkennen. Het enige wat deze tot hem zegt is 'Ga weg, je hebt hier niets te zoeken'. Oeroeg verdwijnt en de ik'-figuur blijft met lege handen achter. Hij komt tot de conclusie dat Oeroeg net is als het meer: ‘ Ik kende hem als een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit.’
2. Kenmerken stroming
Realisme
Er zitten in het boek kenmerken van de stroming Realisme. De hoofdpersoon probeert om te gaan met zijn problemen, en het leven van alledag wordt getoond.
Romantiek
Er zitten ook wat kenmerken in van de romantiek. Gevoelens worden uitgebreid besproken. Een voorbeeld hiervan is het fragment waarin de hoofdpersoon te horen krijgt dat de vader van Oeroeg is gestorven.
"Een grotere ramp had mij niet kunnen treffen. Het meest drukte mij het besef dat Deppoh was omgekomen terwijl hij naar mij zocht. Op alle uren van dag en nacht benauwde mij het verschrikkelijke visioen van zijn lichaam, worstelend tussen taaie, kleverige stengels. Herhaaldelijk werd ik gillend wakker uit mijn slaap."
Oeroeg vlucht op een gegeven moment voor zijn oude leven, iets wat ook kenmerkend is voor de Romantiek, het vluchtgevoel, en ook de onvrede over de samenleving.
Oeroeg is niet een boek wat je aan één stroming kan binden, het is een mooi voorbeeld van zowel Realisme als Romantiek, al zit Romantiek er wat duidelijker in.
Stromingsboek 1880-1940: Noodlot
Noodlot, door Louis Couperus
1. Algemene informatie
Standaardtitelbeschrijving
Noodlot van Louis Couperus (Louis Couperus grootste werken II)
2004, Company of Books, 1e druk
1e druk: 1891
143 pagina's
Genre
Psychologische roman
Samenvatting
Frank Westhove is een Nederlandse ingenieur, woonachtig in Londen. Bij toeval ontmoet hij zijn vroegere kameraad Bertie, die in de Verenigde Staten gewoond heeft. Bertie leeft daar bijzonder armoedig en vraagt zijn vriend om onderdak en geld. Frank gaat akkoord en al snel is Bertie helemaal gewend aan het rijke en luxe leven van Frank. Bertie liegt tegen de vrienden van Frank over zijn verleden en hij leeft van Franks geld. Na een paar maanden gaat het luxe leventje toch vervelen en besluiten de vrienden een paar dagen naar Noorwegen te gaan.
In Noorwegen maken ze kennis met Sir Archibald en zijn dochter Eve. Ze maken met z’n vieren een wandeling terwijl het slecht weer is. Frank en Eve worden verliefd op elkaar. Bertie is bang dat hij zijn vriend zal verliezen en weer veroordeeld is tot het lijden van een armoedig bestaan. Bertie en Eve zien elkaar als broer en zus. Ze praten veel en Bertie probeert twijfel over Frank bij haar op te wekken. Eve vindt Frank vaak stil als ze samen zijn en ze denkt dat er iets is. Dit gevoel wordt versterkt door de insinuaties van Bertie.
Op een dag ziet Eve Frank met een ander meisje lopen. Ze begint sterk te twijfelen aan zijn liefde voor haar. Ze confronteert hem hiermee, maar Frank ontkent. Hij misprijst haar wantrouwen en slaat haar zelfs. Ze verlaten elkaar en Bertie ziet zijn kans schoon om Frank weer voor zichzelf te winnen.
Na een maand krijgen de twee geliefden berouw en Frank besluit Eve een brief te schrijven. Deze brief, en iedere volgende, wordt onderschept door de bediende van Sir Archibald. Bertie heeft hem geïnstrueerd deze brieven nooit af te geven aan Eve of haar vader. Bertie weet dat het slecht is wat hij doet, maar volgens hem moet het (noodlot) allemaal zo gaan. Hij praat zijn gedrag zo goed.
Frank, die steeds maar geen reactie krijgt op zijn brieven, besluit met Bertie te gaan reizen. Ze trekken twee jaar lang de wereld rond. Bij toeval komen ze in Scheveningen Eve weer tegen. Bertie ziet haar als eerste en voelt het onvermijdbare aankomen. De liefde tussen Frank en Eve bloeit direct weer op. Al snel blijkt dat iemand de brieven van Frank achtergehouden heeft. De conclusie is snel getrokken: dat kan alleen maar Bertie zijn! Hij was de enige die van de brieven afwist. Eve en Frank komen ook achter de insinuaties. Frank confronteert zijn vriend met deze ontdekking en Bertie geeft toe. Frank is woedend en kan zich niet beheersen. Hij slaat zijn vriend dood. Als hij beseft wat hij heeft gedaan, geeft hij zich aan bij de politie. Frank wordt veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf.
Als hij zijn straf heeft uitgezeten, krijgt hij een eenvoudige baan aangeboden. Eve wil nog steeds trouwen met Frank, maar haar vader is daar niet gelukkig mee. Hij vindt niet dat zijn dochter een moordenaar verdient en Frank deelt zijn mening. Eve is het hier niet mee eens. Het gaat niet goed met haar gezondheid. Ze heeft veel last van hallucinaties. Frank heeft een flesje vergif bij zich om zelfmoord te plegen. Eve wil samen met hem sterven, omdat zij in dit leven nooit samen meer gelukkig kunnen zijn. Zij ziet het als het grootste geluk om samen te sterven en het geluk te vinden in het paradijs. Eve drinkt als eerste de helft op en reikt vervolgens Frank de fles aan. Ze sterven samen. Sir Archibald zal hen vinden
2. Verwerkingsvragen
Kenmerken naturalisme:
De hoofdpersoon heeft een zwak gestel
In Noodlot van Louis Couperus zijn er eigenlijk drie hoofdpersonen en eigenlijk hebben ze alle drie een zwak gestel, maar de vrouwelijke hoofdpersoon, Eve, heeft er het duidelijkst één. Eve heeft last van depressie en trillende nervositeit. Ze heeft last van paniek aanvallen aan het eind van het boek. Een voorbeeld daarvan is de scene waar zij en Frank elkaar na enkele jaren eindelijk weer tegenkomen en zij voordat Frank naar Bertie gaat een hallucinatie krijgt.
Vaak is het verhaal een geschiedenis van een ontnuchtering. De mens is overgeleverd aan krachten die sterker zijn dan hijzelf
Noodlot vertelt een geschiedenis van de ontnuchtering. De titel zegt het eigenlijk al. De mens is overgeleverd aan het noodlot en kan zich er niet tegen verzetten. In Noodlot wordt het verhaal vertelt van Frank en Eve. Het noodlot bepaalt dat ze niet gelukkig zullen worden. In één van de eerste hoofdstukken wordt voor het eerst over het noodlot verteld. Op pagina 27 denkt Frank:
"Zijn blik zag even bijna week op naar het mooie jonge meisje, dat soms zo verstandig, soms zo naïef was: geleerd, waar het haar lievelingsliteratuur, onwetend waar het het reële leven betrof; een dof medelijden kwam over hem en de grauwe regenwolken daarboven drukten eensklaps met een uitspansel van melancholie op zijn hoofd, als ware zij de bedreiging van een onafwendbaar noodlot, dat haar, Eve, zou verpletteren."
De hoofdfiguur wordt volledig bepaald door erfelijkheid, opvoeding en milieu. De hoofdpersoon is onvrij.
Bertie is bijvoorbeeld onvrij. Hij heeft een bepaalde opvoeding gehad en leefde in een arm milieu. Hierdoor was hij onvrij. Hij zat vast aan het materiale en kon niet uit dat milieu komen. Met de hulp van Frank kwam hij eventjes uit dat milieu, maar uiteindelijk was hij onvrij, want weldra kwam hij weer in een arm milieu.
De schrijver kiest partij tegen de burgerij/goede stand en heeft oog voor de kleine man.
In Noodlot heeft Couperus duidelijk oog voor de kleine man, Bertie was arm en bezat geen geld. Couperus maakt met Bertie dus duidelijk dat hij rekening met deze arme mensen houd. Hij laat Frank Bertie op nemen in zijn huis.
Belangstelling voor seksualiteit
Een voorbeeld voor seksualiteit in Noodlot is de oorzaak van de ruzie tussen Eve en Frank, de affaire die zich zou hebben afgespeeld tussen Frank en een prostituee.
Taalgebruik; zo natuurlijk mogelijk weergegeven dialogen en neologismen
In Noodlot wordt vaak in directe rede gesproken. Dit zorgt voor een zo natuurlijk mogelijke weergave van een dialoog. Een voorbeeld:
"'Frank!' sprak zij zacht, vóór hem.
Hij antwoordde haar niet, rillende van aandoening, nauwelijks kunnende zien door de glans van vocht, die over zijn ogen trok.
Zij glimlachte weemoedig.
'Herken je me niet meer?' sprak zij, met haar stem van gedempt zilver.
Hij knikte, onhandig iets mompelend, onhandig zijn hand uitstekend. Zij drukte die even zacht, en ging voort, steeds met haar zacht geluid, dat was als een echo: 'Neem me niet kwalijk, dat ik je zo aanspreek, maar ik zou je gaarne iets willen zeggen. Ik ben blij je hier te ontmoeten, hier in Scheveningen, toevallig, misschien niet toevallig... Er heeft een misverstand tussen ons geheerst, Frank, ...'"
Er is sprake van een ik - of personale verteller. Nooit van een auctoriale verteller
In Noodlot is sprake van een personale verteller die soms vanuit Frank, soms vanuit Eve en soms van uit Bertie vertelt.
Er wordt zeer afstandelijk/objectief verteld. De schrijver heeft geen waardeoordelen
In Noodlot wordt objectief verteld. Er wordt geen kant getrokken tussen de ruzie makende Frank en Eve, maar Bertie wordt ook niet nadelig afgebeeld. Ze worden allemaal afgebeeld, zoals ze werkelijk zijn.
Noodlot is dus een best wel goed voorbeeld van een naturalistisch boek, er komen veel kenmerken van de stroming in voor.
woensdag 29 mei 2013
Verwerkingsopdracht Romantiek/Realisme
Ik heb voor de opdracht 'Kunst' gekozen omdat ik gek ben op fotografie, dus ik dacht 'waarom niet?'.
IMPRESSIONISME
REALISME
Ik heb heel erg van deze opdracht genoten, en ik hoop dat dit uit het resultaat mag blijken!
IMPRESSIONISME
Ook hier is weer duidelijk de afsnijding gezien. Ook worden in alledrie de foto's erg felle, eruit springende kleuren gebruikt, wat het ook erg impressionistisch maakt. |
REALISME
Ook hier is iets alledaags uitgebeeld: Een stel jongens die naar huis rijden na een schooldag. Rugzakken op hun rug, op hun fietsje, typisch een gewone schooldag dus. |
ROMANTIEK
Ook hier komt deze natuur duidelijk terug. Een wandelpad langs groene bomen, erg mooi en het heeft wel een beetje een mystiek gehalte, rustgevend is het zeer zeker. |
Abonneren op:
Posts (Atom)